Als seks een dienst is

Seks is een basisrecht. Sommige mensen hebben geen mogelijkheden om seksualiteit te beleven, maar voelen wel de impact van hormonen en verlangens. Wat dan? In de reeks Wat als seks een dienst was interviewt de Belgische seksuoloog Wim Slabbinck seksuele dienstverleners, sekswerkers en mensen die gebruik maken van hun diensten.

OP DE BARRICADES VOOR EEN BASISRECHT

‘Ik wil seks! Ik wil poepen!’ Een schreeuw van gebalde frustratie werd dé catchphrase van 2011. Met dank aan Hasta la Vista. De succesfilm oogstte veel lof én trok de aandacht naar een vaak doodgezwegen thema: seks bij mensen met een beperking. Drie jonge kerels, elk met hun eigen handicap, vertrekken naar een gespecialiseerd bordeel in Spanje. Een lach, een traan en een occasionele vrijpartij zijn het gevolg. Maar uiteraard bestaan zulke verlangens niet alleen op het witte doek.

Neem nu Sandra (36), een jonge vrouw met een neuro-motorische beperking. Voor haar is het onmogelijk om haar seksualiteit solo te verkennen. Ondertussen blijven hormonen door haar lijf gieren, net zoals bij u en ik. En dus wil ze, net zoals iedereen, verbinden. Ze wil liefde. Seks. Uiteindelijk vond ze een oplossing. Ze betaalt haar seksuele dienstverlener ervoor. Negentig euro per keer, een elfde van haar uitkering en dus een serieuze hap uit haar budget. Maar ze krijgt er zoveel voor terug. 

“Mensen met een beperking moeten zich integreren in de maatschappij. Mogen we dan ook vrijen, net als jullie?”

Het begon zo’n zes jaar geleden. Ze nam haar zus in vertrouwen en vertelde dat ze het wou. Vader maakte zich, zoals ouders dat doen, zorgen. Ook enkele hulpverleners stelden zich vragen. Want mensen met een beperking, die vrijen toch niet? Wanneer ze deze mythe nog maar eens de revue hoort passeren, volgt een diepe zucht. “Ik hoor zo vaak dat mensen met een beperking zich moeten integreren in de maatschappij. Allemaal goed en wel. Mogen we dan ook vrijen, net als jullie?”

MÉÉR DAN SEKS

De vinger ligt bij deze op de wonde. We praten niet makkelijk over beperkingen. Laat staan over beperkingen én seks. Aditi wil dat opengooien: seksuele dienstverlening moet bespreekbaar worden. “Seks kan zoveel betekenen,” zegt Steven De Weirdt van Aditi, “daarom bieden wij seksualiteits- en intimiteitszorg op maat aan voor ouderen en mensen met een beperking. Onze financiële middelen mogen dan beperkt zijn, onze inzet is dat niet. Want geluk geven maakt gelukkig.”

Die slagzin blijkt erg herkenbaar voor Rik (52). Rik werkt in ploegdienst en meldde zich aan bij Aditi. Hij volgde opleidingen, woonde intervisies bij en zo ontstond een vertrouwensrelatie tussen hem en Aditi. Vaak duurt het een jaar eer de eerste dienstverlening opstart. Nu werkt Rik al een hele poos als seksueel dienstverlener samen met Aditi. “Eigenlijk ben ik een gids in intimiteit. Je helpt iemand bij iets dat ze zelf niet kunnen. Dat betekent veel. Ik ben blij dat ik hen daarbij kan helpen. Het is zoveel méér dan seks. Iemand met een verlamming, kleed je bijvoorbeeld niet zomaar uit. Je neemt er je tijd voor. Het is een intense ervaring.”

“Seks is een taal die je moet leren spreken, met andere mensen dus.”

 Een intimiteitstrip dus, al brengt seksuele dienstverlening nog andere voordelen met zich mee. “Op deze manier ontdekken sommige cliënten wat seks is, en kunnen ze hierdoor makkelijker een onderscheid maken tussen normaal en grensoverschrijdend gedrag”, benadrukt Steven. En dat is belangrijk. Mensen met een beperking lopen namelijk meer risico om slachtoffer te worden van seksueel misbruik. Ervaring opdoen is bovendien leerrijk in twee richtingen: ook de potentiële plegers verwerven inzicht in wat wel en niet kan. “Seks is een taal die je moet leren spreken, met andere mensen dus. Iemand met Aspergerspectrum redeneert anders dan jij en ik”, aldus Steven. “Zonder concrete ervaringen blijft seks onbevattelijk. Dan worden grenzen al eens troebel. Met woorden alleen kom je er niet, ze moeten het doén. Door middel van seksuele educatie en lichaamsleren begrijpen ze vaak beter wat kan en wat niet. We noemen dat de levende leermethode.

Dit gaat dus over zoveel meer dan alleen maar genot verschaffen. Het is een onversneden vorm van zorgverlening. En zoals vele andere vormen van hulpverlening is het een waardevolle, maar fragiele tocht. “Het klikt niet per se met elke dienstverlener. Er zaten ook prutskes bij, maar ik maak me er niet druk in. Het is voor hen ook niet makkelijk. En als iets niet lukt, doen we gewoon iets anders. Dat is ook leuk”, geeft Sandra aan. Ook Rik herkent de breekbaarheid: “Je hebt met meer te maken dan twee lichamen. Er zijn stoma’s. Er zijn buisjes en plakkertjes. Vrijen is niet altijd evident, maar in deze komt er nog veel meer bij kijken. Het lukt écht niet als je louter uit bent op seks”, legt hij uit.

SEKS IS GEEN LIEFDE

En dan hebben we het nog niet over de emotionele kant gehad. Seks is voelen, vrijen is verbinden. En waar emoties en verlangens welig tieren, komen vlinders nabij. Sandra werd nog niet verliefd op een dienstverlener, al valt het haar soms zwaar. Voor haar staat er een grote muur tussen seks en liefde. “En dat is zo oneerlijk. Als jij een lief hebt, dan krijg je seks én liefde. Ik heb een beperking, waarvoor ik niet gekozen heb. Als het op seks aankomt, kan ik enkel kiezen voor dienstverleners. En die helpen me alles relativeren. Ik ben er best blij mee. Maar als je mij vraagt wat mijn diepste wens is, dan zeg ik: een vent, bakken liefde en goede seks.”

‘Seksuele dienstverlening is intens. Het is een weg met valkuilen, maar bovenal een heel mooie en verrijkende route, voor dienstverlener én cliënt.’

Ook Rik weet dat verliefdheid soms niet veraf is. “Een ontluikende verliefdheid kan voor problemen zorgen. Bij seks komt er zoveel los. En ik doe het met liefde, anders lukt het gewoonweg niet. Maar we proberen onze voorzorgen te treffen. We hebben maar één keer per twee maand contact met de cliënt. Dat verkleint de kans dat er gevoelens ontstaan.” De vervlechting tussen verlangens en liefde kan dus een heus struikelblok vormen in de dienstverlening. Met een kinderwens is dat niet anders. Rik ondervond het aan den lijve. “We hadden goede seks. Ze lachte, het was al wat ze wou. We vreeën een paar keer. Intiem, warm, fijn. Maar dan wou ze een kind van me. Het raakte me enorm, maar dat kan natuurlijk niet. We braken het contact af, maar ik denk er nog vaak aan terug. Nu ook, als ik alleen in de wagen zit. Dat beeld gaat niet meer weg. Het raakt je zo, het is zo aangrijpend. Je wilt niet ruilen met één van hen.”

De getuigenissen liegen er niet om: seksuele dienstverlening ís intens. Het is een weg met valkuilen, maar bovenal een unieke verrijkende route, voor dienstverlener én cliënt. Eentje waar mensen echt nood aan hebben, zo blijkt. Vorig jaar ontving Aditi 450 aanvragen voor seksuele dienstverlening. Al is dat natuurlijk niet met één vingerknip geregeld. Eerst is er een intakegesprek bij de mogelijke cliënt. Wie stelt de vraag? Welke achtergrond heeft hij of zij? Welke beperking heeft hij/zij en wat voor impact heeft dat? Neemt de cliënt medicatie? Lijdt de seksualiteitsbeleving onder die beperking? Kan de man nog een erectie krijgen? Zijn orgasmes haalbaar? Heeft hij/zij al seksuele ervaring? En bovenal: wat verwacht de cliënt ervan? Dat zijn de vragen die Aditi eerst beantwoord wil zien. Op basis van dat gesprek bekijken ze welke dienstverlener het best geschikt is. En soms is de beste dienstverlening géén dienstverlening. Sommige cliënten worstelen bijvoorbeeld met trauma’s. Seksueel contact kan die versterken. Dan worden ze doorverwezen naar andere hulpverleners.

EEN THEORETISCH MENSENRECHT

In het Universeel Verdrag van de Rechten van de Mens staat dat seks een basisrecht is. Voor u, voor mij, voor mensen met een beperking. Maar er is een probleem: er is geen wetgeving. “De prostitutiewet dateert van 1952. Het is tijd voor een update. Anno 2017 is er geen kader voor seksuele zorg op maat, niet voor ouderen, niet voor mensen met een beperking, voor niemand”, kaart Steven aan. “Seksuele dienstverlening moet beschouwd worden als een specifieke zorg, er moet een duidelijk onderscheid komen met prostitutie. Bij wat wij doen spelen geen economische motieven (dienstverleners doen maximum twee tot drie dienstverleningen per week). Ik begrijp dat je zo’n thema maatschappelijk niet zo makkelijk verkocht krijgt. Er hangt nog steeds een taboe rond seksualiteit. Ik hoop dat de politiek er binnenkort écht werk van maakt.”

‘We doen ouderen en mensen met een beperking een groot onrecht aan als we hen niet erkennen als seksuele wezens.’

 Het recht zoekt dus haar wet. Laat ons ondertussen de schaamte van ons afschudden. Laat ons werk maken van een matuur en transparant raamwerk voor seksuele dienstverlening. Laten we actief uitzoeken bij wie er vraag naar is. We doen ouderen en mensen met een beperking een groot onrecht aan als we hen niet erkennen als seksuele wezens. Ook zij verdienen warmte, liefde en seks. We hebben allemaal onze noden en daar mag voor gezorgd worden. Dat is de essentie van ons zorgsysteem.  Doen we dat niet, dan erkennen we niet dat mensen met een beperking ook mens zijn.

Wim Slabbinck is klinisch seksuoloog in Gent. Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op Charlie Magazine.